You have not accepted cookies yet

This content is blocked. Please accept marketing cookies. You can do this here.

Arrèn van Tienhoven

Directeur Grote Steden

We moeten als de wiedeweerga aan de slag om de stagnerende woningbouw weer op gang te brengen. En dan gaat het niet om de standaard doorzonwoningen of appartementen, maar juist de bouw van kleinere woningen. Als dit niet gebeurt, groeit er een generatie aan mensen op die geen betaalbare woning vindt. En dat zet alles op slot, jongeren blijven langer thuis wonen waardoor ook andere belangrijke levenskeuzes niet worden gemaakt, zoals het stichten van een gezin.

En dit is niet alleen het probleem van deze jonge generatie, maar het sijpelt op den duur door de hele economie heen. In 1963 woonden er gemiddeld zo’n 3,5 personen in een woonhuis. Dat is inmiddels teruggelopen tot twee terwijl de bevolking juist enorm groeide. Bouwbedrijven realiseren nog steeds grote woonhuizen terwijl er steeds meer eenpersoonshuishoudens zijn. Daarom vind ik dat de knop in de sector om moet. Kleinere huizen is stap één, duurzaam en modulair. De locatie is stap twee, buiten de binnenstad en goed bereikbaar met hoogwaardig openbaar vervoer.

Daarnaast moeten we kijken naar onze bestaande woningvoorraad. Wat is er nodig om grote woningen op te splitsen zodat twee mensen er apart kunnen wonen. Of hoe kunnen we onze ouders makkelijk in huis nemen. Daar zijn al voorbeelden van, maar het is een uitzondering. Dit vergt enige creativiteit omdat de regels er niet op zijn ingesteld en voordat je het weet woon je dan samen met alle (fiscale) gevolgen van dien. Alle problemen en complexe regels moeten we eens goed onder de loep nemen. Wat mij betreft doen we dat al werkenderwijs.

Druk

Al een paar jaar zegt onze overheid dat er jaarlijks minstens 100 duizend woningen bij moeten komen. Alleen lukt dat niet. Dat geeft een enorme druk op de huizenmarkt, waardoor de huizenprijzen nog verder stijgen. Het is voor de jonge generatie verschrikkelijk.

Arcadis doet jaarlijks een onderzoek naar bouwprijzen. Ondanks een stijging van 1 procent in materiaalkosten en 5 procent in loonkosten, is bouwen in Nederland, specifiek in Amsterdam, goedkoper geworden. Ik verwacht in de hele Randstad vergelijkbare cijfers. En dat is geen goed nieuws. Bouwers verliezen marges en maken dus minder winst. Tegelijkertijd lukt het dus niet om nieuwe bouwprojecten op gang te krijgen en loert het gevaar dat bouwers afschalen.

Dat het niet lukt om de broodnodige woningen te bouwen, komt niet alleen door stijgende kosten. Want als een bouwlocatie hebt is het nog maar de vraag of je gebruik kunt maken van nutsvoorzieningen. Een aansluiting op het elektriciteitsnet, drinkwater of het riool is geen vanzelfsprekendheid meer.

Creativiteit en wilskracht

Een makkelijke oplossing is er niet. Het vergt van iedereen en alle partijen creativiteit en wilskracht Stabiel beleid en meerjarig perspectief is daarbij een voorwaarde. En omdat gemeenten vaak een spilfunctie hebben, is het nodig dat zij snel duidelijkheid hebben over hun financiën. Want als de kortingen op het gemeentefonds niet worden opgelost, gaat voor de komende jaren de voet op de rem bij gemeenten. Publieke en private partijen samen de schouders eronder! Zoeken naar oplossingen en mogelijkheden, wat kan wel en welk maatwerk is er nodig? Dan krijgen onze jongeren perspectief op een betaalbare woning, Daar word ik blij van!