You have not accepted cookies yet

This content is blocked. Please accept marketing cookies. You can do this here.

André Hekma

Adviseur Energie en Duurzaamheid

De wereld wordt kleiner, de problemen groter, maar oplossingen liggen gelukkig dicht bij huis.

 

We lijken van crisis naar crisis te struikelen: het klimaat te extreem, stikstof te overvloedig en huizen te weinig. Maar in elke crisis schuilt een les, een medicijn of een aansporing tot omdenken. Zo zette corona de wereld op zijn kop, maar het lijkt ons ook een paar blijvende positieve bijwerkingen op te leveren. We zijn anders gaan werken en vergaderen met als gevolg dat we minder onderweg zijn. Minder verkeer, minder CO2-uitstoot, meer tijd voor je gezin.

Dat nieuwe normaal is een uitgelezen moment om eens met een frisse blik naar onze eigen woonomgeving te kijken. Kunnen we de ruimte opnieuw ordenen, met oog voor de menselijke maat, duurzaamheid en gezondheid?

Het is geen vrijblijvende gedachtenoefening, want stikstofbeperkingen eisen dat we de landbouw, productie en mobiliteit serieus ‘opschonen’. Het huizentekort noopt ons om alternatieven voor de doorzonwoning en Vinexwijk te bedenken.

Even terug in de tijd

Wat heeft de naoorlogse ruimtelijke ordening ons gebracht? Groeisteden met groeistuipen, ten kosten van akkerland en natuur. Met de auto als graal van vooruitgang en vrijheid. Resultaat: een land vol met asfalt en parkeerplaatsen en openbaarvervoer dat door sub-optimale planning en nimby-krachten die vooruitgang niet overal heeft kunnen bijbenen.

Let wel: er zijn maar weinig landen in de wereld zo goed per spoor en fietsstructuren verbonden als het onze, maar het is ontegenzeggelijk dat er kansen zijn blijven liggen en knelpunten ontstaan. Zo is menig Vinexwijk aangelegd met een OV-halte als sluitstuk. Veel bewoners hebben tegen die tijd uit nood al een (tweede) auto aangeschaft en koesteren dat gemak. Typisch geval van pennywise and pound foolish. Een gebied ontwikkelen rond een logische en hoogwaardige OV-structuur, betekent dat de kost voor de baat uit gaat. Voor zo’n duurzame en lang renderende investering mag in de raadzaal en op het projectbureau best wat harder worden geknokt.

Nog wat verder terug in de tijd. Zelfs toen we nog in berenvellen rondliepen had de mens een ingebouwde klok waarbij de grenzen van het jachtgebied tot een uur rond de grot als behapbaar werden beschouwd. Te voet ben je dan een kilometer of vijf van huis. Op de fiets is de actieradius drie maal zo groot en met de auto op de snelweg overbrug je in die tijd honderd kilometer. En dat - blijkt nu - is het paard achter de wagen.

Nederland telt 140.000 kilometer verharde weg. Daarvan worden met name de 3000 kilometer rijkswegen druk bereden. Maar zelfs daar kun je ’s avonds en ‘s nachts vaststellen dat die asfaltvlakte niet zo efficiënt wordt benut. De prijs van de ‘vrijheid’ die de auto ons brengt: geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit, versnippering van natuurgebieden en (dodelijke) ongelukken. Geen duurzame vorm van mobiliteit en ongezond bovendien.

Heilige huisjes

Kan dat anders? Jazeker. Laten we het land herinrichten op de fietsbare maat, mag ook een e-bike zijn want dat blijkt nu al een aardig alternatief voor forenzen die voorheen de auto namen. We beginnen in de steden, want die spelen een belangrijke rol in het oplossen van het huizentekort. Verdichting is het toverwoord dat moet voorkomen dat nog meer weilanden en natuur worden geofferd voor woningbouw.

Op het eerst gezicht en gehoor is verdichting niet zo’n aangename route, maar meer woningen op dezelfde vierkant meters hoeft geen onleefbare stad op te leveren mits we het slim, duurzaam en gezond aanpakken. En ja, daar zullen wat heilige huisjes voor omver moeten, want de polder kent soms meer beperkingen dan oplossingen. Beperkingen van de in beton gegoten bestemminsplannen, bouwvoorschriften, bestuurscultuur, ambtelijke rolpatronen en politiek opportunisme. En misschien is onze onverwoestbare droom van een (imitatie) jaren dertig woning met een voor- en achtertuin ook wel een sta in de weg.

De 15-minuten-stad

Dromen over wonen mag best wat creatiever en fantasievoller. Beperk de ruimte voorde auto en vergroot die voor voetgangers en fietsers. Combineer dat met het best denkbare OV, aangevuld met elektrische deelauto’s en deelscooters. We waren toegegroeid naar een situatie van bijna twee parkeerplekken per nieuwbouwwoning, maar gelukkig is die eis al in veel steden losgelaten. Denk je eens in wat je met al die vrijgekomen parkeerruimte kan doen? Nee niet meteen volbouwen! Een leefbare stad heeft een aantrekkelijke groene buitenruimte nodig in het belang van onze gezondheid en het klimaat. Een groene stad beschermt tegen wateroverlast en hittestress en bevordert het welzijn van de bewoners.

Natuurlijk is de auto niet weg te denken uit de moderne samenleving, maar de ervaring leert dat als de auto niet voor de deur staat (maar verderop in een centrale parkeervoorziening) de fiets en OV de eerste keus worden voor veel verplaatsingen. Drie vliegen in één klap: ruimte op straat, duurzame mobiliteit en fitte bewoners die gezonde lucht inademen.

De volgende stap in het toekomstbestendig herinrichten van de ruimte: de belangrijkste voorzieningen (werk, winkels, sport, cultuur, parken, gezondheidsinstellingen en OV-knooppunten zo plannen en bouwen dat ze voor alle stadbewoners binnen een kwartier aan te fietsen zijn: ‘de 15-minuten-stad’. En ook dat hoeft geen luchtfietserij te zijn.

AUTEUR

Profielfoto van Andre Hekma

André Hekma

Adviseur Energie en Duurzaamheid