De nationale ruimtelijke ordening in Nederland is terug. De ruimtelijke ordeningsbrief die Hugo de Jonge onlangs, mede namens maar liefst negen ministers, aan de Eerste en Tweede Kamer stuurde, laat daarover geen enkele twijfel bestaan: ‘de schaarste aan ruimte maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein moet hernemen’.
Er is echter een belangrijk punt in de brief dat onderbelicht dreigt te raken. Heel voorzichtig merken de schrijvers op dat het ‘verstandig kan zijn om ontwikkelingen in het stedelijk netwerk meer in balans te brengen’. Dat is natuurlijk een enorm understatement: de effecten van klimaatverandering en al hoge dichtheid in West Nederland schreeuwen al lang om zo’n balans. De in de brief geschetste verkenning van versterken verstedelijkingsopgave langs (zuid)oost- en noordelijke bereikbaarheidsassen komt dan ook geen moment te vroeg.
Daadkracht
Aan Haagse daadkracht lijkt geen gebrek, hoewel in de uitwerking en uitvoering van het ruimtelijk beleid een groot beroep op provincies wordt gedaan. Van hen wordt verwacht binnen vier maanden nationale doelen te vertalen en te combineren met decentrale opgaven. Daarnaast wordt ingezet op gebiedsgerichte regie: zestien zogenoemde NOVEX-gebieden worden herbestemd en/of ingrijpend heringericht.
Het valt zeer toe te juichen dat het kabinet zich realiseert dat Nederland niet ‘af’ is. De geschetste uitvoeringskracht in die NOVEX-gebieden om via ‘regio deals’ tot 2030 zo’n 700.000 woningen te laten realiseren stemt ook tot optimisme om de woningnood op korte termijn te verzachten.
Verstedelijking
De vraag is evenwel: wat nu als uit die verkenning blijkt dat verstedelijking op lange termijn beter op die hoger gelegen gebieden buiten de Randstad plaats had kunnen vinden? Dan komt dat voortschrijdend inzicht waarschijnlijk te laat. Want bij de keuze voor nieuwe woningbouwlocaties wordt veel te weinig rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de langetermijngevolgen van klimaatverandering. Zo stelde de Deltacommissaris onlangs dat ruim 800.000 nieuwe woningen zijn gepland in gebieden die kwetsbaar zijn voor die gevolgen.
Bovendien ligt het merendeel van de NOVEX-gebieden in de Randstad. De bevolkingsdichtheid is daar al hoog: in de drie Westelijke provincies 2,7 keer het gemiddelde van omliggende provincies Gelderland, Noord-Brabant, Flevoland en Overijssel. Zoals De Jonge het in het Financieele Dagblad samenvatte: ‘We kunnen niet met z’n allen op een kluitje in de Randstad wonen’. Kanttekening daarbij: wonen zonder werkgelegenheid is niet wenselijk. De Haagse regie zal, anders dan in de jaren ’70 en ’80, geen verplaatsingen van een PTT naar Groningen of CBS-sen en ABP’s naar Heerlen omvatten. We kunnen nu weliswaar meer online werken, maar woningbouw in gebieden zonder werkgelegenheidsperspectief dient beperkt te worden. Voor de groei van mobiliteitsstromen van en naar de Randstad die bij spreiding van woningbouw over omliggende provincies resteert, is het van groot belang dat de (OV)infrastructuur met en tussen omliggende provincies verder versterkt wordt.
Assen
Haagse regie in het ruimtelijk domein komt geen moment te vroeg. Maar doorslaande daadkracht uit Den Haag mag niet leiden tot nog grotere bevolkingsdichtheid in ‘West- en laag-Nederland’ anno 2072. Dus geef ministeries en vooral de (zuid)oostelijke en noordelijke provincies de komende periode alle ruimte en middelen om verstedelijking langs hun ‘assen’ te concretiseren. En aarzel vervolgens niet om bij meer ruimte in hun regio’s de woningprogramma’s in de Randstad te beperken.